Start jeugdhulp

Realisatiefase 

Als uit de zorgvraag blijkt dat de aanbieder de juiste is, en afhankelijk van wachttijden, kan de jeugdige worden uitgenodigd voor een kennismaking en intake. Zodra de aanbieder start met de zorg stuurt deze een startbericht naar de lokale gemeente. Als blijkt dat andere zorg passender is moet dit via de verwijzer lopen. Er kunnen dan afspraken gemaakt worden over tijdelijk andere hulp.

Lees meer:

Als blijkt dat de zorg na de aanmelding niet direct kan worden gestart, komt de jeugdige op de wachtlijst te staan. De jeugdhulpaanbieder spant zich na aanmelding in om wachttijden te voorkomen. De actuele Treeknormen, de maximaal aanvaardbare wachttijd waarbinnen de jeugdige zorg moet kunnen krijgen, zijn van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing. Als deze normen worden overschreden, moet de aanbieder dit schriftelijk melden bij de Aankoopcentrale Regio Flevoland. Wachttijd is de tijd die voorafgaat aan het moment nadat een verwijzing of toewijzing is binnengekomen bij de aanbieder en dat de zorg start.

Wachttijden veroorzaakt door meerdere factoren in alle fasen van (voorafgaand aan) de jeugdhulpverlening, zoals:

  • Diversiteit aan soorten hulp
  • Interactieve proces waarin passende hulp tot stand komt
  • Ongewisse uitkomst van hulp
  • Punt in het hulptraject waar men moet wachten
  • Potentieel samengestelde karakter van hulp

De Jeugdhulpaanbieder spant zich na aanmelding in om wachttijden te voorkomen. De actuele Treeknormen, de maximaal aanvaardbare wachttijd waarbinnen de jeugdige zorg moet kunnen krijgen, zijn van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing. Als deze normen worden overschreden, moet de aanbieder dit schriftelijk melden bij de Aankoopcentrale Regio Flevoland. Wachttijd is de tijd die voorafgaat aan het moment nadat een verwijzing of toewijzing is binnengekomen bij de aanbieder en dat de zorg start.

De Jeugdhulpaanbieder geeft actief informatie aan eenieder die vragen heeft over wachttijden en het voeren van wachttijdbeheer. In het geval van wachttijden informeert de Jeugdhulpaanbieder de verwijzer proactief (dus voor het ontstaan, de ontwikkeling en het einde van de wachttijden).

Als de Gemeente vaststelt dat er sprake is van een onaanvaardbare wachttijd (langer dan treeknorm), dan rust op de Jeugdhulpaanbieder de verplichting om actief samen met de jeugdige een andere jeugdhulpaanbieder te vinden voor de inzet van de benodigde jeugdhulp, tenzij de Jeugdhulpaanbieder aantoont dat er geen alternatieve jeugdhulpaanbieders voor de jeugdhulp beschikbaar zijn. Voor consultatie kunnen aanbieders en verwijzers terecht bij het RET.

Als er sprake is van overbruggingszorg wordt dit in een plan van aanpak beschreven met argumenten en een termijn wanneer de beoogde ondersteuning wordt ingezet. Hierbij is het uitgangspunt ‘zo licht als mogelijk’. Aansluitend op wat is geschreven bij verantwoordelijkheid tijdens de wachtlijst. Voordat de overbruggingszorg wordt ingezet vindt overleg met de verwijzer plaats. De verwijzer geeft bij akkoord een zorgtoewijzing af. 

De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de veiligheid van de jeugdige tijdens de wachtlijst. Er is geconstateerd dat de hulp van de zorgaanbieder noodzakelijk is en de voorliggende hulp niet toereikend is. De aanbieder houdt tijdens de wachtlijstperiode zicht op de jeugdige en zet hulp in als de veiligheid in het geding is. De aanbieder moet vervangende zorg inzetten om deze veiligheid te waarborgen. Dit kan tijdelijke ambulante zorg zijn.

Er kan maar één beschikking worden afgegeven, waardoor een jeugdige niet op meerdere wachtlijsten kan staan. 

Wanneer een jeugdige verschillende vormen van jeugdhulp krijgt van meerdere aanbieders, is de eerste aanbieder die begint met de hulp verantwoordelijk voor een goede aansluiting van de aanvullende hulp. Dit geldt tenzij de betrokken aanbieders onderling andere afspraken maken en het volgens de stapelingsmatrix mogelijk is. 

Stapelingsmatrix PDF

(Biologische) ouders en/of verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de financiële ondersteuning van hun kinderen. Ook als ze in verblijf zitten. De uitgebreidere beschrijving staat in de werkinstructie per product maar hier het korte overzicht bij welke producten het inclusief is.

Bijzondere kosten en zak- en kleedgeld

Bij de producten binnen het segment Jeugdhulp 24-uurs is een vergoeding toegevoegd ter dekking van bijzondere kosten en ter dekking van zak- en kleedgeld. Dit zijn kosten die normaliter door de (biologische) ouders en/of verzorgers gedragen worden (onderzoek HHM Opbouw tarieven regionale Jeugdhulp 24-uurs).

Bijzondere kosten: extra kosten die incidenteel kunnen voorkomen. Mede op basis van onderzoek naar de gemiddelde hoogte van deze kosten in andere regio’s, wordt hiervoor € 0,55 per jeugdige per dag (circa € 200 per jeugdige per jaar) gerekend.

Zak- en kleedgeld: er wordt uitgegaan van €126 per jeugdige per maand. Bij 20% van de jeugdigen worden deze kosten niet door de (biologische) ouders en/of verzorgers gedragen. Dit komt uit op €0,84 per jeugdige per dag.

Verzorgingskosten: Voor de verzorgingskosten zijn (biologische)ouders en/of verzorgers verantwoordelijk en ontvangen kinderbijslag. De (biologische) ouders en/of verzorgers stemmen met de aanbieder de overdracht van de verzorgingskosten af. Onder verzorgingskosten vallen: schoolkosten, reiskosten, vakanties, fiets, laptop, lidmaatschappen, cadeau en abonnementen.

Ja: verdisconteerd in tarief. Nee: niet verdisconteerd in tarief
ProductZak- en kleedgeldverzorgingskostenBijzondere kosten
TOMJaNeeJa
PleegzorgJaNeeJa
Gezinshuis GeneriekJaNeeJa
Gezinshuis SpecifiekJaNeeJa
KTC/FasehuisJaNeeJa
Woon- en leefgroepJaNeeJa
Behandeld wonen productenJaNeeJa

Dit is afhankelijk van het product en staat in de werkinstructies per product uitgebreider beschreven. Hieronder een beknopte samenvatting.

De producten binnen gezinsgericht wonen zijn exclusief dagbesteding. 
De producten binnen behandeld wonen zijn inclusief dagbesteding of (dag)behandeling voor het deel dat een kind of jeugdige niet leerplichtig is.

Als er sprake is van ontheffing van de leerplicht voor een jeugdige, dan valt dat deel van de dagbesteding en dagbehandeling niet in het tarief van behandeld wonen. In overleg met de verwijzer wordt indien nodig een aanvullende toewijzing gedaan voor dagbehandeling en dagbesteding.

Bij driemilieus en JeugdzorgPlus is dagbesteding of dagbehandeling wel inclusief. 

Tijdens reguliere plaatsing

Wanneer er niet kan worden samengewerkt met (biologische) ouders en/of verzorgers wat betreft het vervoer naar dagbehandeling of dagbesteding en het betreft geen product binnen het perceel Behandeld wonen (binnen behandeld wonen zit het verdisconteerd in het tarief) dan wordt door eerst gekeken naar andere oplossingen in het netwerk. Als dat ook niet lukt zijn de lokale afspraken rondom vervoer van toepassing.

Tijdens crisisplaatsing

Voor deze vorm van vervoer zijn (biologisch) ouders en/of verzorgers in de basis altijd eerstverantwoordelijk. Als de (biologisch) ouders en/of verzorgers dit niet kunnen kan tijdens de periode van crisisverblijf het vervoer van en naar huis bij het bedrag in worden genomen en moet de aanbieder dit regelen (m.u.v. de GGZ variant). 

Tijdens reguliere plaatsing

Gelden de regels van de verordening leerlingenvervoer.

Tijdens crisisplaatsing

Tijdens de periode van crisisverblijf (m.u.v. GGZ variant) zit het vervoer van en naar school bij het bedrag in en moet de aanbieder dit regelen. 

Als een jeugdige in verblijf zit en incidenteel terug naar huis gaat, dan zijn de etmalen dat het bed niet bezet is wel te declareren. Dit onderwerp is momenteel nog onder constructie.