Proeftuin kind- en gezinsbescherming Dronten: 'Fascinerend'

“Wie bij een GI werkt, zoals ik voorheen deed, heeft een beeld van Veilig Thuis. Andersom idem dito. In de proeftuin ontdek ik nu dat we met zijn allen hetzelfde willen. Dat we het beste voor hebben met kinderen en gezinnen. En dat we door samenwerking tot een betere aanpak komen.”

De proeftuin, dat is voluit ‘Proeftuin Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming Flevoland’ en de uitspraak over een betere aanpak dankzij samenwerking komt van Dita Heerens. Ze is gedragswetenschapper bij Veilig Thuis Flevoland en is sinds anderhalf jaar lid van de proeftuin, die door sommige betrokkenen liever pilot wordt genoemd – proeftuin zou verkeerde en ook nog eens onjuiste associaties oproepen. Hoe dan ook, het project is bedacht door het Rijk als onderdeel van een landelijk programma, gericht op het verbeteren van de kind- en gezinsbescherming. Behalve Flevoland doen er nog tien andere regio’s mee.

Bovenaan dit artikel een foto van het team van Proeftuin Dronten. Van links naar rechts: Anne-Marije, Anne en Dita.

Samen oppakken

Doel is om vertegenwoordigers van onder meer de gemeente, SAVE (GI) , Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis samen casussen te laten oppakken om zo van elkaar en van die ervaringen te leren. Het moet leiden tot een gezinsgerichte, rechtsbeschermende en transparante, eenvoudige en lerende aanpak. Zodat we gezinnen nog beter kunnen helpen.

En dat werkt, leert een gesprek met betrokkenen bij proeftuin dan wel pilot Dronten, een van de twee Flevolandse initiatieven op dat gebied. Behalve Dita vertelt ook Anne Hollander, maatschappelijk werker bij Veilig Thuis en daar betrokken bij de triage, er graag over. Net als Anne-Marije Mulder, gids Veilig Verder en gids jeugd bij de gemeente Dronten. 

In de huidige keten heeft elke organisatie een eigen verantwoordelijkheid en een eigen plek binnen het proces.” Dat leidt ertoe dat een casus van de ene naar de andere organisatie wordt overgedragen. Anne-Marije: “Het komt regelmatig voor dat er dan steeds weer opnieuw onderzoek wordt gedaan, waarbij die onderzoeken ook nog eens op elkaar lijken.”

In de ‘proeftuin’ doorbreken we de estafette en werken de professionals van de veiligheidspartijen als team samen met de professionals van de gemeente. In het multidisciplinair overleg (MDO), bespreken we gezamenlijk de aanpak van casuïstiek. We maken daarbij ook gebruik van een ervaringsdeskundige en een professional van GGZ Centraal die tweewekelijks aanschuift.  

Nemen de tijd

Dat kost zo nu en dan onnodig tijd, maar de proeftuin is niet bedacht om tijd te winnen. “We nemen juist meer tijd”, vertelt Anne-Marije. “Dat doen we om vanuit al die verschillende organisaties en expertises te bespreken wat er nodig is.” Wat niet betekent dat de  deelnemers zaken op hun beloop laten. Dita: “Doordat we de tijd nemen, kunnen we structurele problemen, die onder een ogenschijnlijk acute situatie liggen, grondig aanpakken. Maar als direct actie nodig is, dan komt er direct actie.”

Maar levert de proeftuin ook wat op? Lukt het om in het vrijwillig kader een kind en gezin te helpen en weg te blijven bij het opleggen van een maatregel? Simone Corjanus is als beleidsadviseur zorg en veiligheid betrokken bij de proeftuin en vertelt dat ze die vraag nogal eens krijgt. Het antwoord is ja. “Maar eerlijk is eerlijk, het is niet te bewijzen er loopt geen controlegroep mee, het is het oordeel van de professionals.”

Samenoptrekken voorkomt maatregel

Anne-Marije knikt, maar weet ondertussen wel zeker dat de tuin veel oplevert. “Het is enorm fascinerend om te ervaren wat er gebeurt als je samen verantwoordelijkheid neemt. Dat je stopt met laten weten wat een andere organisatie zou moeten doen of laten.” Als voorbeeld presenteert ze een casus  waarbij een ingrijpende actie, zoals een onder toezicht stelling werd voorkomen en werd vervangen voor een gezamenlijke aanpak, met onder meer een reeks huisbezoeken. 

Ouders helpen

Daarmee komen Anne-Marije, Anne en Dita op een ander effect van de proeftuin. Anne: “Waar we voorheen met de beste bedoelingen vooral kindgericht waren, is de focus nu gericht op het hele gezin. En wat we eigenlijk allemaal al weten: zo’n gezinsaanpak is uiteindelijk voor de individuele kinderen het beste”. Dita vertelt over een casus waarbij “we zelfs alleen maar met de gescheiden ouders aan de slag gingen. We werkten aan de problemen van de vader en moeder en leerden hun vaardigheden aan die bij opvoeden en zorg horen. Dat werkte. En maakte het zelfs niet nodig om jeugdhulp in te zetten”

Bijvangst is dat de deelnemers ook hun eigen vakmanschap versterken. Anne-Marije heeft een voorbeeld. “Mensen van GI’s zijn, vanwege de formele macht die ze nu eenmaal hebben, veel directer in hun communicatie. Ik bleef vaak hangen in ‘Ik heb gevoel dat’ en ‘Klopt het dat je?’ en zo. Een beetje kordater en stelliger mag best, weet ik nu.”

Resteert de vraag wat collega’s aan al deze kennis en ervaringen hebben. Want niet in elke Flevolandse gemeente loopt een pilot. Simone: “Er staat niemand iets in de weg om deze aanpak geheel of deels over te nemen.” 

 

Binnenkort op deze website de ervaringen van enkele deelnemers van Proeftuin Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming Flevoland Almere.