Een gezinshuis generiek is een kleinschalige, professionele gezinsvorm waar jeugdigen wonen die niet in hun eigen gezin, netwerk, of een pleeggezin kunnen verblijven. Het biedt intensievere zorg dan een pleeggezin, maar lichtere ondersteuning dan een woongroep.
Productnaam | Productcode | Eenheid | Frequentie |
---|---|---|---|
Gezinshuis Generiek | 44F30 | Per etmaal | Per week |
Onderstaande productcode kan gebruikt worden in de administratieve afhandeling wanneer het product wordt ingezet bij niet gecontracteerde aanbieders.
Productnaam | Productcode | Eenheid | Frequentie |
---|---|---|---|
Gezinshuis (Buiten contract) | 44F81 | Per etmaal | Totaal binnen geldigheidsduur toewijzing/Per week |
In een gezinshuis groeien jeugdigen op in een gezinsstructuur of leren zij deze aan. De zorg richt zich op het bieden van een veilige, stabiele en positieve opvoedomgeving.
Gezinshuisouders bieden 24/7 opvoeding, ondersteuning en hulp. Zij worden ondersteund door een multidisciplinair team, waaronder gedragswetenschappers en/of een hoofdbehandelaar. De jeugdigen in een gezinshuis hebben vaak beschadigende ervaringen en/of complexe problematiek en zijn daarom tijdelijk of langdurig aangewezen op intensieve, professionele hulpverlening en behandeling.
Plaatsing en inzet
Voor plaatsing in een gezinshuis wordt zorgvuldig bekeken of het gezinshuis aansluit bij de specifieke behoeften van de jeugdige. Er wonen doorgaans 4 tot 8 jeugdigen in een gezinshuis, inclusief eigen kinderen van de gezinshuisouders. Waar mogelijk wordt gestreefd naar het samen plaatsen van broertjes en zusjes.
De verblijfsduur hangt af van het perspectief en de gestelde doelen. Er zijn twee varianten:
- ‘Terug naar huis’: Maximaal 1 jaar
- ‘Zo thuis mogelijk’: Langer dan 1 jaar en maximaal tot 21 jaar. Vanaf 18 jaar geld het ‘ja, tenzij systeem’ waarbij eventuele verlenging mogelijk is tot maximaal 23 jaar
De inzet van het gezinshuis generiek is 0,35 fte per jeugdige. Een pedagogisch medewerker en een geregistreerd gedragswetenschapper zijn samen gemiddeld 1 uur per week per jeugdige inzetbaar.
Leeftijd
Gezinshuizen zijn bedoeld voor jeugdigen van 4 tot maximaal 23 jaar. Voor jeugdigen van 0 tot 4 jaar is pleegzorg voorliggend. Vanaf 18 jaar geldt het ‘ja, tenzij systeem’ als het gezinshuis vanaf 18 jaar voortgezet moet worden. De jeugdige kan vanaf 18 jaar zelfstandig besluiten het gezinshuis te verlaten.
Toekomstplan
De procesregisseur stelt samen met de pedagogisch medewerker, jeugdige (vanaf 16,5 jaar), aanbieder en zoveel mogelijk met de (biologische) ouders en/of verzorgers een toekomstplan op. Dit plan bereidt de jeugdige voor op wat er na het gezinshuis komt, en bekijkt ook welke rol de (biologische) ouders en/of verzorgers hierbij hebben. Denk hierbij aan begeleiding terug naar huis of zelfstandig wonen, begeleid of beschermd wonen. Als de jeugdige 17 jaar is, wordt dit toekomstplan ter beoordeling voorgelegd bij de verwijzer. Voor de domeinbepaling na 18 jaar. Wanneer het gezinshuis na 18 jaar nog noodzakelijk is en de Gecertificeerde instelling de verwijzer is geweest dan geeft deze bij de domeinbepaling een bepaling jeugdhulp af voor de periode in het gezinshuis na 18 jaar.
Criteria gezinshuis generiek
Doel en criteria
Het gezinshuis biedt een zo normaal en veilig mogelijke gezinssituatie waarin de jeugdige zich kan ontwikkelen, zijn zelfstandigheid vergroot en zijn draagkracht versterkt. Het toekomstplan geeft richting aan de doelen van de jeugdige en de rol van (biologische) ouders en/of verzorgers. Die krijgen de mogelijkheid zorgtaken op zich te nemen of een andere rol te vervullen.
Een gezinshuis is geschikt als de jeugdige vanaf 4 jaar niet in het eigen gezin, netwerk of pleeggezin kan blijven, als de hulpvraag te licht is om een verblijf op een woon- of leegroep te rechtvaardigen.
Geen gezinshuis generiek bij:
- Kinderen tot 4 jaar oud;
- Hulpvraag lichter of zwaarder dan voor een gezinshuiszorg generiek;
- Beschikbaarheid van een netwerk aan jeugdige kan opgroeien;
- Onvermogen van de jeugdige om in een gezinsstructuur te functioneren of dit aan te leren.
Aanbieder en begeleiding
Begeleiding
Gezinshuisouders zijn professionele opvoeders die samen 24/7 beschikbaar zijn. In alle gevallen worden (biologische) ouders en/of verzorgers betrokken, ook als ze niet in staat zijn om de opvoeding zelf te bieden. De gezinshuisouders en pedagogisch medewerkers ondersteunen hierbij.
Het gezinshuis biedt een stabiele opvoed -en opgroeiomgeving met orthopedagogische basiszorg. Deze zorg is gericht op het verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren en/of compenseren van zelfredzaamheid, het welbevinden en de kwaliteit van leven. Dit is inclusief begeleiding die gericht is op het aanleren van sociale en praktische vaardigheden en het versterken van zelfstandigheid. De begeleiding of behandeling binnen het gezinshuis is intensief. Begeleiding wordt geboden door aanbieder, pedagogisch medewerker en wo-behandelaar.
Bijkomende kosten, zoals zakgeld, kleedgeld en schoolkosten, zijn onderdeel van het gezinshuistarief. (Biologische) ouders en/of verzorgers ontvangen kinderbijslag en blijven verantwoordelijk voor de verzorgingskosten van hun kind, ook tijdens verblijf. In overleg met de aanbieder worden afspraken over de inzet van kinderbijslag schriftelijk vastgelegd. Bij onenigheid kan de verwijzer worden ingeschakeld, deze kan fungeren als schakel naar eventuele andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld bijzondere bijstand vanuit de Participatiewet).
Voor vervoer naar school of dagbesteding wordt overlegd met de (biologische) ouders en/of verzorgers. Mochten (biologische ouders en/ of verzorgers hier niets in kunnen betekenen is het aan de gezinshuisouders om hier zorg voor te dragen. Het valt onder oudertaken. Anders kan leerlingenvervoer een optie zijn om aan te vragen.
Eisen gezinshuisaanbieder generiek
Minimaal één ouder in een gezinshuis heeft een relevant mbo-diploma, zoals vastgelegd in de ‘Kwaliteitscriteria Gezinshuizen’. Deze ouder heeft geen andere baan buitenshuis en is altijd beschikbaar. De tweede ouder heeft aantoonbare pedagogische kwaliteiten opgedaan door ervaring of opleiding. Gedragsdeskundige/hoofdbehandelaar heeft een afgeronde wo-opleiding. De pedagogische medewerker heeft op hbo-niveau een opleiding op het gebied van jeugdzorg afgerond en is SKJ geregistreerd.
Bij competenties zonder de juiste registratie kan een niet-geregistreerde gezinshuisouder samenwerken met een geregistreerde professional.
Stapeling van gezinshuis
Dagbesteding
Indien de jeugdige niet leerplichtig (door ontheffing of doordat de jeugdige 16 jaar of ouder is) kan aanvullende (voor de dagdelen dat er onderwijs zou moeten zijn) dagbesteding worden aangevraagd via de verwijzer. Dit valt niet binnen het tarief van Gezinshuis generiek.
JGGZ
Voor individuele JGGZ is een lokale beschikking vereist.
Behandeling
Jeugdhulp die gericht is op behandeling kan aanvullend vanuit het lokale contract van de verantwoordelijke gemeente toegewezen worden. Dit gaat via een beschikking jeugdhulp of een bepaling jeugdhulp.
Begeleiding
Jeugdhulp die gericht is op begeleiding kan aanvullend vanuit het lokale contract van de verantwoordelijke gemeente toegewezen worden. Dit gaat via een beschikking jeugdhulp of een bepaling jeugdhulp.
Crisis
Inzet is gericht op zo snel mogelijke terugkeer naar het gezinshuis. De crisisduur is maximaal 28 etmalen. Tijdens het zorgafstemmingsgesprek wordt het perspectief bepaalt. Als het perspectief anders dan terug naar het gezinshuis is. Mag de aanbieder het etmaaltarief voor het gezinshuis niet meer declareren. De periode tot aan het bepalen van het perspectief blijf de plek in het gezinshuis beschikbaar.
TOM door- en uitstroom
TOM door- en uitstroom wordt ingezet als aanbieder en verwijzer overeenkomen dat jeugdige sneller kan uitstromen.
Verschil gezinshuis generiek en specifiek
Generiek: voor op- en afschaling. Gezinshuisouders hebben minimaal een mbo-diploma.
Specifiek: complexere doelgroep dan generiek en kleinere groepsgrootte. Gezinshuisouders hebben minimaal een hbo-diploma.