De praktijk: zoeken naar de balans

Zetten we TOM niet te snel in? Of zijn we juist te terughoudend? Geven we aanbieders voldoende vertrouwen? Of monitoren we te weinig? Josje van Duin en Andres Peña Rivera over het zoeken naar de balans bij Thuis Op Maat.

Josje is bij Sociaal Domein Flevoland (SDFL) projectleider TOM, Andres maakt als vertegenwoordiger van het Contract- en Leveranciersmanagement deel uit van het projectteam TOM en is verantwoordelijk voor het nieuwe product. Ze stellen vast dat Thuis Op Maat (TOM) voor veel betrokkenen wennen is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de vragen die bij SDFL binnenkomen.

Overweeg je 24 uurs jeugdhulp? Raadpleeg RET

Die vragen kunnen volgens Josje gewoon worden afgedaan met een verwijzing naar het regionaal handelingskader. “Maar ik snap dat we er daarmee niet zijn”, zegt ze. “Dat begint al met de vraag of een specifieke casus nu wel of niet geschikt is voor de inzet van TOM.” Andres kan zich de twijfel goed voorstellen. “TOM is relatief duur en dus lijkt terughoudendheid op zijn plaats. Van de andere kant moet het ook geen oplossing zijn dat als allerlaatste optie wordt beschouwd.”

Verwijzers en aanbieders staan er bij dat wikken en wegen niet alleen voor. Josje: “We hebben vastgelegd dat als 24-uurshulp wordt overwogen, verwijzers voor advies aankloppen bij het Regionaal Expertise Team, het RET. Omdat TOM een alternatief is voor een uithuisplaatsing, komt die optie waarschijnlijk vanzelf voorbij.” Graag zelfs, want TOM levert nogal wat op. Zo kan daarmee het aantal en de duur van uithuisplaatsingen worden verminderd. De praktijk leert echter dat de gang langs het RET niet automatisch wordt gezet. “Erg jammer”, vindt Josje, “want een besluit over wel of niet uit huis plaatsen is zo ingrijpend dat het zaak is om zo’n professioneel advies te vragen”.

Met de inzet van RET zijn we er nog niet. Als TOM gekozen wordt om 24-uurs jeugdhulp te voorkomen of als instrument om door- of uitstroom daar te bevorderen, doemt de vraag op wát het ‘product’ in die ene individuele cases behelst. Terwijl in de wereld van jeugdhulp de roep om bewezen interventies groeit, gooien de hulpverleners het bij TOM juist over een andere boeg. “Doen wat nodig is, dat is waar het bij TOM om gaat. Maar hoe weet je dat wat nodig lijkt ook nodig is? En nog belangrijker: hoe weet je dat wat er gebeurt effectief en doelmatig is?”, maakt Andres het allemaal nog wat ingewikkelder. Tijdens een thematafel werd het voorbeeld genoemd van het vergezellen van een kind dat op zaterdag als lid van een voetbalclub een wedstrijd speelt. En dat een jeugdhulpprofessional dan langs de lijn staat. Is dat nodig? En hoe weet je dat dan?

Andres filosofeert hardop over doen wat nodig is en komt met een denkbeeldig voorbeeld dat nog verder gaat dan de jeugdwerker langs de kant van het veld. “Stel dat in een gezin schulden de oorzaak zijn van problemen en van de reden dat jeugdhulp in de vorm van TOM wordt geboden. Mag je het budget van TOM dan gebruiken om schulden af te lossen, bijvoorbeeld omdat het goedkoper blijkt dat een maanden durende interventie? Geen idee. Dit is dus de zoektocht die we in Flevoland samen met de betrokken jongeren en gezinnen afleggen. En verder is zo’n vraag een extra reden om bij RET aan te kloppen. Of om TAS in te schakelen als een analyse gewenst is.”

Tussen blind vertrouwen en strenge controle

De eerste drie maanden is TOM twintig keer ingezet, waarbij geen enkel traject bij het schrijven van dit artikel nog is afgerond. Hoewel het nog te vroeg is om een brede evaluatie, houden wij zeker ‘vinger aan de pols’ hoe het gaat. De hoogte van het aantal TOM-trajecten kan volgens Andres te maken hebben met dat de inzet van TOM vooral komt van aanbieders die al ervaring hebben met Volledig Pakket Thuis, dat kan worden beschouwd als een voorloper van TOM. “Zij hebben minder koudwatervrees en profiteren daarvan.” Hier en daar is TOM ingezet als voortzetting van VPT.

Josje en Andres zeggen dat het belangrijk is om te vertrouwen in de aanbieders. “Ook hier is het zoeken naar de balans. Dit keer tussen té blind vertrouwen en strenge controle”, zegt Josje. Andres: “Gebrek aan vertrouwen kan ertoe leiden dat we aanbieders ervan verdenken dat ze TOM inzetten omdat het lekker verdient. Dan gaan we echter voorbij aan de bewezen motivatie en betrokkenheid van die professionals en aan de wil om samen te leren. Van de andere kant monitoren we wel degelijk. Zo houden we in de gaten houden wat er binnen TOM wordt gedaan en wat het effect daarvan is. Er is immers de inspanningsverplichting om resultaat te boeken voor de jeugdige voor wie TOM wordt ingezet en om jeugdhulp met verblijf te verminderen.”

Het is een zoektocht die alle betrokkenen samen maken. Ervaringen worden gedeeld tijdens leer- en thematafels. Daarnaast is er een wekelijks online spreekuur. Het loopt daar nog niet storm en dat vindt Josje spijtig. “Vooral omdat er via andere kanalen wel veel vragen bij SDFL binnenkomen.” 

Het online spreekuur is tot 1 oktober elke maandag van 11.15 tot 12.30 uur bereikbaar via Teams. Aanmelden kan via het antwoordformulier