Wachttijden
Als blijkt dat de zorg na de aanmelding niet direct kan worden gestart, komt de jeugdige op de wachtlijst te staan. Op de wachtlijsten voor de HS JGGZ zijn de Treeknormen van toepassing. Als deze normen worden overschreden, moet de aanbieder dit schriftelijk melden bij de Aankoopcentrale van de regio Flevoland. Wachttijd wordt gedefinieerd als: de tijd die voorafgaat aan het moment van start zorg, nadat een verwijzing of een toewijzing is binnengekomen bij de aanbieder.
Voor een goede verwijzing is het zaak dat de zorgaanbieder actief werkt aan het wachtlijstbeheer. Een verwijzer kan als collega op openbare kanalen de wachttijden inzien. Kan de jeugdhulpaanbieder de jeugdige niet binnen de gestelde treeknormen helpen? Dan onderzoekt deze of de jeugdige ergens anders behandeld kan worden.
Op de jeughulpaanbieder rust de verplichting om actief samen met de jeugdige en de verwijzer een andere jeugdhulpaanbieder te vinden voor de benodigde jeugdhulp. Dit is niet van toepassing, wanneer de aanbieder kan aantonen dat er geen alternatieve jeugdhulpaanbieders beschikbaar zijn voor deze jeugdhulp. Voor consultatie op dit onderwerp kunnen aanbieders terecht bij de RET. Zie hiervoor het proces van consultatie.
Kan de jeugdige na de aanmelding en acceptatie niet direct starten met de nodige behandeling? Dan kan zorgaanbieder in overleg met verwijzer meedenken over passende overbruggingszorg of wachttijd verzachting. Dit kan door de wachtlijsten te spreiden en deze te delen met andere aanbieders of door een passend alternatief te leveren.
Wachttijd verzachting
Kan de aanbieder geen gepaste zorg leveren? Dan valt het binnen de scope van de opdracht om deze zorg bij een andere gecontracteerde aanbieder (of onderaannemer) aan te bieden, mits dit past binnen de beschikking. Is er sprake van een wachtlijst? In dat geval kan de aanbieder consult vragen bij een andere aanbieder of zorgen voor wachttijd verzachting.
Als de jeugdhulpaanbieder aantoonbaar niet de juiste gespecialiseerde jeugd GGZ hulp kan bieden, is deze verantwoordelijk voor het zoeken naar alternatieven (zie ook acceptatieplicht In overleg met de jeugdige, de (pleeg)ouders en/of verzorgers, kan overbruggingshulp een optie zijn. Hier is het belangrijk dat de verwijzer hierover wordt geïnformeerd.
- Is er sprake van de inzet van Overbruggingszorg? Dan wordt dit expliciet en voorzien van argumenten in een plan van aanpak beschreven, met een termijn wanneer de beoogde ondersteuning wordt ingezet.
- In het geval van jeugdbescherming of jeugdreclassering wordt vooraf met de gecertificeerde instelling overeenstemming gezocht over de in te zetten overbruggingszorg.
- De jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor het bieden van gepaste ondersteuning tijdens de overbruggingsperiode. Op deze manier verslechtert de problematiek van de jeugdige niet en blijft de veiligheid gewaarborgd. De jeugdhulpaanbieder toetst gedurende deze periode of de geboden overbruggingszorg afdoende is en of er moet worden opgeschaald.
- Wachttijd verzachting kan bestaan uit begeleiding, inzet van e-modules en/of periodiek telefonisch contact.
Voordat het hulpverleningstraject eindigt, moet er eerst een overleg plaatsvinden tussen de jeugdhulpaanbieder en de verwijzer. Bij een evaluatie wordt er van de perspectiefregisseur verwacht dat deze betrokken blijft, zodat het proces gevolgd kan worden. Ook moeten de verschillende partijen actief op de hoogte worden gehouden binnen de grenzen van de wetgeving (bijvoorbeeld AVG). Echter, heeft de jeugdige ook het recht om bepaalde informatie niet te delen.
Consultatie en advies ter preventie van inzet HS JGGZ
Als tijdig de juiste consultatie wordt toegepast, is de inzet van hoog specialistische Jeugd GGZ niet altijd nodig. Door consultatie kan een verwijzer in een vroeg stadium overleggen over jeugdigen, jongeren en gezinnen waar grote zorgen over bestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om problematiek, zoals suïcidaliteit, ernstige angstklachten, automutilatie of psychoses. Kort gezegd: zaken die kunnen leiden tot ernstig schoolverzuim en/of problemen in de thuissituatie. Naast snel en professioneel advies over een specifieke cliënt, biedt het consult ook ruimte voor kennisoverdracht - bijvoorbeeld over hoe er een inschatting van een diagnose, behandeling of crisisinterventie gedaan wordt.
Met een goed ingerichte consultatiefunctie van de aanbieders HS JGGZ kan een jeugdige vaker in behandeling blijven bij de aanbieder van reguliere specialistische JGGZ, waar de jeugdige in eerste instantie naar is verwezen. Dit voorkomt dat de jeugdige wordt doorverwezen naar het hoog specialistische Jeugd GGZ aanbod.
De consultatiefunctie houdt in dat de aanbieder consultatie en advies levert aan een andere Jeugd GGZ, de (boven)regionale experttafel en aan de aanbieders van Jeugdhulp met verblijf. In 2023 is hier een pilot over gestart, die we met de aanbieders verder willen uitwerken in 2024.